Knoppen
1. Volume +/-
2. Vocal track selector (microfoon, lead vocal of backing vocals)
3. Aanzetten/Uitzetten
4. Indicator Licht
- Vast geel: microfoon functioneert normaal
- Snel knipperend geel: microfoon in koppelingsmodus
- Vast rood: lage batterij (<10%)
- Snel knipperend groen: microfoon is aan het opladen
- Vast groen: microfoon is volledig opgeladen
5. Oplaadpoort
Microfoon Problemen:
Controleer of ze opgeladen en correct gekoppeld zijn
Microfoon Koppelen:
Houd de aan/uit-knop en volumeknop (+ of -) 5 seconden ingedrukt; de indicator zal snel knipperen.
Druk op de PAIR-knop van het dockingstation of koppel de stroom los en sluit deze weer aan om de koppelingsmodus te activeren.
Druk op de vocal track selector (zie 2.3.2) en aan/uit-knoppen op beide microfoons om de koppeling te bevestigen.
Stabiele lichten op beide apparaten geven een succesvolle koppeling aan.